Bij De Kleinste Reus krijgen kinderen door de omgang met andere kinderen de mogelijkheid om sociale ervaringen en vaardigheden op te doen. Door samen te spelen ervaren kinderen de sociale gevolgen van hun handelen. Ze snappen de consequenties en leren daarmee rekening te houden. Samen spelen geeft het kind een “wij-gevoel”.
Zodra kinderen mobieler worden, tonen ze steeds meer belangstelling voor andere kinderen, Als ze hun hoofdje kunnen omdraaien kijken ze richting andere kinderen. Zodra ze kunnen kruipen of lopen, gaan ze naar elkaar toe. Toch speelt in het eerste jaar de communicatie tussen pedagogisch medewerker en kind een essentiële rol bij de ontwikkeling van sociale vaardigheden.
Ook bij de grotere kinderen heeft de pedagogisch medewerker de belangrijke taak om kinderen te stimuleren tot gezamenlijk spel. Een pedagogisch medewerker kan er bijvoorbeeld voor kiezen om de eerste keren mee te doen aan een spelactiviteit. Kinderen leren hierdoor te begrijpen wat de bedoeling is.
Als de kinderen groter worden leren ze dat ze rekening moeten houden met de andere kinderen.
In het algemeen zie je dat oudere kinderen vaak zeer zorgzaam kunnen zijn voor de jongeren in de groep. Zo komen oudere peuters hulp halen als het jongere kind niet lukt om bij voorbeeld een jas te pakken. De kinderen leren steeds beter delen. In de kring is er één fruitbord die rond gaat, om de beurt pakken de kinderen een stukje fruit.
Jonge kinderen zijn heel spontaan. Pedagogisch medewerker vergroot het inzicht van het kind in zichzelf en andere kinderen door gevoelens te verwoorden en ze uit te leggen.
Een goede relatie met de pedagogisch medewerkers zal ertoe bijdragen dat het kind zich makkelijker uit.
Rollenspellen hebben ook een belangrijke emotionele functie. Kinderen verwerken emoties door ze in hun spel uit te spelen. Een kind dat net een operatie achter de rug heeft, kan bijvoorbeeld eindeloos doktertje spelen. In het spel kan een kind verschillende rollen op zich nemen en zo grip krijgen op het gebeuren. Ieder kind zal door eigen ervaringen eigen invulling geven aan een thema. In de themahoek kunnen rollenspellen worden gespeeld. Afhankelijk van het thema kunnen kinderen dokter, tandarts, dierenverzorger, kassamedewerker en nog veel meer worden.
We leren het kind te vertrouwen op eigen kracht en vermogen. Het kind leert door vallen en opstaan en wij zorgen dat het niet snel ontmoedigd raakt.
Ook leren we het kind waar grenzen liggen, wat wel en niet kan (je mag boos zijn, maar je mag niet slaan). Als pedagogisch medewerkers een kind moeten corrigeren, zorgen ze ervoor dat dit de goede relatie niet schaadt, door alleen het gedrag af te keuren en niet het kind als persoon. Als het kind het lastig vindt om emoties te benomen kunnen we daar spellen voor inzetten.
Baby’s uiten zich door lichaamstaal en het begripsvermogen moet zich nog ontwikkelen. Door heel bewust met een baby bezig te zijn leer je zijn of haar lichaamstaal te verstaan en ontdek wat als prettig wordt ervaren en wat niet. Zo leert de baby ook de verzorger kennen, de baby herkent de stem, de manier van begroeten en reageren. De interactie met zijn verzorger wordt daardoor voorspelbaar en dat geeft een vertrouwd en veilig gevoel. De pedagogisch medewerkers streven ernaar om ook simpele verzorgingstaken betekenisvol te maken voor dekinderen. Bijvoorbeeld het verschonen. Baby’s vinden het fijn als er tegen ze wordt gepraat als ze verschoond worden.
Kinderen leren door te doen. Door te spelen leren kinderen hoe de wereld in elkaar steekt. Afhankelijk van het spel wordt een beroep gedaan op de cognitieve en persoonlijke vaardigheden. Cognitieve vaardigheden zijn ordening in materiaal, ordening in tijd, inzicht in oorzaak-gevolgrelaties, plannen maken en het ontwikkelen van verbeeldingskracht. Persoonlijke vaardigheden zijn veel breder. Bij persoonlijke vaardigheden denken wij aan zelfbewustwording, ontwikkeling van eigen interesses en zelfvertrouwen.
Kennis van het ontwikkelingsproces van kinderen helpt om kinderen op de juiste manier te begeleiden. De ontwikkeling stimuleren betekent voor ons vooral goed kijken naar waar het kind mee bezig is. Hoe ontwikkelt het kind zich en hoe kunnen wij het verder op weg helpen.
Wij zijn van mening dat een kind alleen tot ontwikkeling komt als het kind zich veilig voelt in zijn of haar omgeving en zelfvertrouwen ontwikkelt. Zie hieronder de doelcirkel van de Basisontwikkeling (Startblokken). Een kind is van nature nieuwsgierig naar de wereld om zich heen
Kinderen uit niet Nederlandstalige gezinnen krijgen bij De Kleinste Reus de kans Nederlands te leren. Op jonge leeftijd leren kinderen snel een tweede taal, als ze in een rijke taalomgeving verkeren. Wij vinden het belangrijk om respectvol en positief met de thuistaal van het kind om te gaan. De pedagogisch medewerkers laten merken dat de eigen taal gewaardeerd wordt en dat het leren van een tweede taal een verrijking is voor het kind.
Voor de motorische ontwikkeling van het kind zijn veelzijdige beweging en positieve zintuiglijke prikkels erg belangrijk. Wij respecteren de autonomie van het kind en zorgen voor rust en geduld zodat het kind zich op zijn of haar eigen tempo kan ontwikkelen.
Wij stimuleren de grove motoriek door veel naar buiten te gaan met de kinderen.
Leuke vormen van expressie waarmee de motorische ontwikkeling wordt gestimuleerd zijn dans en bewegingsspel. De pedagogisch medewerkers zetten regelmatig muziek op om samen te dansen.
De fijne motoriek wordt geoefend tijdens de vele creatieve activiteiten zoals knutselen, verven, puzzelen en/of spelen met constructiemateriaal. En tijdens de dagelijkse routines zoals het aan- en uitkleden, eten en drinken.
De pedagogisch medewerkers proberen de motorische ontwikkeling positief te beïnvloeden door enthousiast te reageren als een kind iets nieuws doet en kinderen aan te moedigen nieuwe dingen uit te proberen.
Creativiteit is de weg naar een veelzijdige ontwikkeling.
Beeldende expressie is in de jongen jaren geen doel op zich. Het gaat om plezier in het bezig zijn en de ervaring dat je de wereld om je heen kunt veranderen en mooi maken. Door fantasie en verbeeldingskracht geeft een kind vorm aan zijn eigen wereld. Het leert zich uit te drukken in beelden.
Creatief bezig zijn doen we vaak in groepsverband maar als een kind zin heeft om te kleien, verven of knippen en plakken is daar bijna altijd ruimte voor.
Alle werken van de kinderen worden verzameld in een grote map. Als het kind afscheid neemt van De Kleinste Reus gaat de map mee naar huis.
Wij besteden veel aandacht aan de muziek en beweging omdat wij het zo’n wezenlijk deel van een goede ontwikkeling vinden. Wekelijks komt er een muziekdocent op de groepen om met de kinderen muziek te maken en te zingen.
Zang wordt ook gebruikt tijdens de dagroutine, zoals voorafgaand aan het eten en ter afsluiting van de dag en tijdens de thema’s.